Dat de traditionele, door water omsloten havenbuurt 'het Eilandje' wordt genoemd, zal zelfs de grootste idioot niet tot verstomming slaan. Het gebied wordt tot één van de oudste havengebieden gerekend en heeft dit imago imago al sinds de Middeleeuwen. Toch heeft het een dynamisch verleden achter zich liggen.
In de loop der jaren werd er gebouwd en verbouwd, gesloopt en heropgebouwd zodat je een volledig fotoalbum nodig hebt om de urbanisatie stap voor stap na te gaan. Daarom bekijken we enkele sleutelmomenten die het Eilandje hebben gemaakt tot wat het vandaag is.
Aanvankelijk waren grote delen van het huidige Eilandje moerasgebied, maar dat veranderde toen de Antwerpse haven in de tweede helft van 16de eeuw nood had aan uitbreiding. In deze periode steeg het aantal passerende schepen zo drastisch dat de haven niet kon bijbenen met aanlegcapaciteit. Schepen moesten vaak 6 weken wachten vooraleer ze geladen of gelost konden worden. Daarom bedacht de beroemde stedenbouwkundige Gilbert van Schoonbeke een uitbreidingsplan dat een gebied van om en rond de 25 hectare binnen de stadsmuren bracht.
Er werden 3 nieuwe binnenhavens plus een woongebiedwerd gebouwd dat werd afgebakend met vlieten (waterlopen). De woonwijk werd Nieuwstad genoemd terwijl de vlieten met sas-en sluispoorten van de Schelde werden afgesloten.
Maar in de daaropvolgende eeuwen was de uitbreidingsdrang van de Antwerpse haven natuurlijk nog niet gestild. De concurrentie van snel groeiende havens als Rotterdam en Le Havre zat daar natuurlijk voor veel tussen.
In het begin van de 20e eeuw begon de bouw van het Bonapartedok en het Willemdok. De vlieten die tot toen altijd de basis van het Eilandje hebben gevormd verdwenen of werden net verbreed (naargelang men dit bekijkt natuurlijk!) zodat nu het Entrepotdok (oosten), Kattendijkdok en Houtdok (noorden) de omhullende basis vormden. De kern van het Eilandje waren nu de woonwijken waar arbeidersgezinnen en diens patrons zich vlakbij hun werk schaarden. Het Eilandje werd de hotspot van de Antwerpse haven toen tal van bedrijven zich er kwamen vestigen.
Loodsen, pakhuizen, magazijnen, hangaars en grote douanegebouwen werden op de kaaien gebouwd en brachten extra werkegelegenheid aan.
Toch had het Eilandje in deze periode ook al zijn gezellige plekjes. Over het algemeen was het een vuile, verwaarloosde buurt die niet aantrekkelijk werd bevonden omwille van de dominante nijverheid. Maar havenarbeiders vormde er een eigen gemeenschap die de gewoonte had dichtbij hun werk te vertoeven. Ook zij hadden nood aan ontspanning en vrije tijd in hun naaste omgeving en dat zorgde voor meer gezelligheid in deze doorgans grauwe omgeving. Kleine cafeetjes en dancings zoals 'Savannah' en 'Big-Ben' werden 's avonds bezocht door de havenbevolking nadat ze dikwijls van de binnenstad terugkwamen.
Als we vandaag op het Eilandje rondwandelen merken we echter nog maar weinig van deze gezellige arbeidscultuur. Eenvoud wordt nu overstegen door weelde en monumentaliteit. Het eilandje krijgt een grondige facelift. De teloorgang van dit druk stukje havengebied leest u volgend week op woensdag in het tweede deel van deze driedelige reeks.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten